Vrijwillig Dichtbij

Het probleem
Volgens een gezondheidsonderzoek van GGD Haaglanden waren er in 2012 ongeveer 2.600 zelfstandig wonende kwetsbare ouderen in Zoetermeer (zo’n 18% van alle ouderen). Doordat mensen nu langer thuis wonen en de doorzettende vergrijzing zal dit aantal inmiddels flink hoger liggen. Binnen deze groep bestaan verschillende behoeftes aan ondersteuning door vrijwilligers.

Nu zijn er in Zoetermeer heel veel vrijwilligersorganisaties actief, die allemaal een deel van die behoefte invullen. De organisaties hebben zich toegelegd op een (vermoedelijk klein) stukje van de totale markt. Zo hebben we bij UVV diensten als Begeleid Vervoer, Telefooncirkels, Begeleiding na opname en Levensboeken. Humanitas doet o.a. aan Vriendschappelijk huisbezoek, Omgaan met rouwverlies, Opvoeden en je administratie op orde brengen. Stichting Piëzo haalt mensen uit hun isolement, onder meer via Nederlandse les, computerles of het leren van een ambacht. Seniorweb geeft ook computerlessen aan ouderen, de bibliotheek verzorgt taallessen, de Formulierenbrigade kan ook helpen bij het op orde brengen van een persoonlijke administratie en projecten als Vriendschappelijk Huisbezoek en Begeleiding na Ontslag overlappen deels. Op zich niks mis mee, maar er is geen goed totaaloverzicht van wie nu precies wat doet. Het is duidelijk dat er veel overlap is, maar waarschijnlijk zijn er ook blinde vlekken.
De kwetsbare oudere, maar ook de professional die hem of haar bijstaat moet voor informele zorg dus gaan zoeken in een oerwoud van aanbieders.

De oplossing
Om het hierboven geschetste probleem te kunnen oplossen moeten we gaan denken vanuit de behoefte bij de kwetsbare oudere en niet meer vanuit wat de vrijwilligersorganisaties ieder voor zich aan de oplossing zouden kunnen bijdragen. Er moet een organisatie worden opgetuigd waar de kwetsbare ouderen en hun professionele hulpverleners terecht kunnen voor álle hulpvragen op het gebied van informele zorg. In deze organisatie moet een goed beeld zijn van zowel vragen van de ouderen als de mogelijkheden en beperkingen van de verschillende aanbieders om daarmee een ‘brug’ te kunnen slaan tussen vraag en aanbod.

En – heel belangrijk – deze organisatie moet onafhankelijk zijn van welke aanbiedende partij dan ook, en zeer toegankelijk voor de kwetsbare oudere. Dat betekent dat Mandeldienst Licht altijd dichtbij moet zijn, dus in de wijk waar de betreffende oudere woont. Er moet sprake zijn van ruime openingstijden. En misschien moeten we zelfs wel naar de oudere toe, als die niet bij ons kan komen.  Uiteraard heeft de dienst een eigen website en is telefonisch, per email, facebook, chat, etc. te benaderen.

De kern van deze bloem omvat een landingsplaats voor de bijtjes (in deze metafoor de kwetsbare ouderen in de wijk). Ook mensen of instanties die deze groep bijstaan, zoals huisarts, wijkverpleging, mantelzorger, buren, etc.,  maken gebruik van deze ‘voordeur’.
De ring daarom heen is dan Vrijwillig Dichtbij. Een vrijwilliger van één van de aangesloten organisaties, die goed op de hoogte is van wie welke hulp kan bieden.
De bloemblaadjes zijn de aanbieders die in dit verzorgingsgebied diensten leveren.  Uiteindelijk moet er een perk van bloemen ontstaan met in elke wijk minimaal één locatie waar mensen kunnen binnenlopen voor informele zorg. En uiteraard vormen al die margrieten in de verschillende wijken met elkaar één mooi bloemenperk.

De geschetste schil kan een nieuwe dienst van een bestaande of een geheel nieuwe organisatie zijn. Hoe dan ook, dat gaan we niet van de ene op de andere dag voor elkaar krijgen. Het vergt samenwerking met (uiteindelijk vrijwel) alle aanbieders van (betaalde of onbetaalde) informele zorg. En die samenwerking moet gefundeerd worden op vertrouwen. Dat gaat niet vanzelf en het gaat zeker (veel) tijd en energie kosten. Zoveel tijd hebben de kwetsbare ouderen in onze stad niet. En dus moeten we klein beginnen (in één wijk met een handjevol partners) en ondertussen bouwen aan het fundament (de bottom-up aanpak).

De uitdagingen

  1. Het eerdergenoemde fundament omvat naast een goede samenwerking ook een solide platform waarop vraag en aanbod in kaart gebracht kunnen worden, planning, promotie, een sluitende financiering voor de operationele kosten, bescherming van de privacy voor de betrokken ouderen, borging van de eigen identiteit van de aanbieders, de bestuursstructuur en nog veel meer…. Dat soort zaken moet je structureel aanpakken (de top-down aanpak). Bottom-Up (geen woorden, maar daden) en Top-Down (de benodigde structuur aanbrengen) moeten gaandeweg worden samengesmeed tot één geheel.
  2. Er zijn inmiddels al meerdere initiatieven van verschillende organisaties die allemaal min of meer deze denkwijze als basis hebben. In Seghwaert is de wijkregisseur bezig met “Handje Helpen Seghwaert”, Palet Welzijn heeft ‘Welzijn op recept’, Wijzelf bemiddelt tussen vraag en (al dan niet betaald) aanbod en het zou niet vreemd zijn als er nog meer partijen op deze gedachte zijn gekomen. Die moeten we zo snel mogelijk bij elkaar zien te brengen, anders wordt het een beetje als bij GasLicht.com, overstappen.nl, easyswitch.nl, energievergelijken.nl en al die andere ‘mediators’. Dan zijn we terug bij af en mag de oudere eerst gaan uitzoeken welke organisatie hem het beste kan helpen om een organisatie te vinden die hem of haar een vrijwilliger kan leveren die de was komt strijken.

Conclusie: We doen het SAMEN of we doen het NIET.